De memorie van toelichting heeft altijd ondernummer 3

Een belangrijke rechtsbron die de lading van een bepaalde wettelijke bepaling inkleurt is de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel waarbij het is ingevoerd en in bepaalde gevallen ook die waarbij het gewijzigd is. In dit artikel is er aandacht voor het vinden daarvan.

De eenvoudigste route naar de memorie van toelichting bij een bepaald wetsvoorstel is via wetten.overheid.nl. Daar staan rechts boven elke wetsartikel een aantal icoontjes. Door op de het icoontje met de letter [i] te drukken komt men uit bij een pagina waar onder andere de wijzigingen kunnen worden gevonden.

In het overzicht met wijzigingen staat ook het nummer van het kamerdossier waarbij het bewuste wetsartikel is ingevoerd of gewijzigd. Dit nummer verwijst naar de website Officiële Bekendmakingen óf Staten-Generaal Digitaal.

De eerste website bevat de officiele publicaties van kamerdossiers (sinds 1995) en de tweede het gedigitaliseerde kamerarchief van daarvoor. Praktisch komt het erop neer dat via deze weg vrijwel elk kamerstuk dat aan de invoering of wijziging van een wetsvoorstel ten grondslag ligt kan worden gevonden.

Wie de memorie van toelichting bij een bepaald wetsvoorstel zoekt, kan ook zoeken naar ondernummer 3 in een bepaald kamerdossier. Daar kan dan nog wel de kleine nuance bij worden gesteld dat de definitieve memorie van toelichting ook ondernummer 5 kan hebben. Dat is het geval bij initiatief wetsvoorstellen, die worden immers eerst bij de Tweede Kamer ingediend en daarna pas ter advisering naar de Raad van State gezonden.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Uncategorized

De concrete omstandigheden van het geval bepalen de match met een advocaat

Ondanks dat alle advocaten en hun kantoren aan dezelfde regels moeten voldoen zijn er toch grote verschillen tussen de werkwijze van advocaten. Het soort kantoor waar zij werkzaam zijn en hun specialisaties maken een groot verschil. Dat heeft ook grote gevolgen voor de vraag of en wanneer er een goede match is tussen een bepaald kantoor en een rechtzoekende.

Elke zelfstandige advocaat en elke partner van een kantoor zal al snel van mening zijn een perfecte match voor een bepaalde rechtzoekende te zijn. De cliënt en het kantoor moeten echter wel goed bij elkaar passen. Net zoals dat de mate van complexiteit en het gewicht van de zaak (of zaken) van de rechtzoekende en de aanwezigheid van voldoende specifieke expertise binnen het kantoor daar net zo goed voor bepalend zijn.

Een goede analogie zijn de prestaties van ziekenhuizen. In het best presterende ziekenhuis werd maar 20% van de patiënten na een operatie bij prostaatkanker incontinent en in het minst presterende ziekenhuis was dat maar liefst 84%. Er blijkt daarbij een direct verband te zijn tussen het aantal jaarlijks uitgevoerde operaties en de kans op een positieve uitkomst.

Zo zal het ook zijn met rechtsbijstand. Een advocaat of kantoor dat met grote regelmaat dezelfde soort complexe zaken met een groot gewicht behandelt, zal door de ervaring en routine tot een betere uitkomst in die soort zaken kunnen zorgen voor de rechtzoekende dan een advocaat die talloze uiteenlopende zaken behandelt.

Dat zal natuurlijk niet voor elke zaak zo zijn. Het kan namelijk net zo goed zijn dat niet de juridische complexiteit en het gewicht van een bepaalde zaak het belangrijkste is voor een goede match, maar juist een goede klik met en het aanvoelen van de cliënt.

Er is daarom ook niet één soort advocatenkantoor dat goed past bij elke soort cliënt. Het is zoals dat zo fijn heet afhankelijk van alle omstandigheden van het concrete geval. Er zijn desalniettemin vermoedelijk wel bepaalde uitgangspunten voor te formuleren. Welke dat zijn is een interessant vraagstuk dat zich uitstekend leent voor nader onderzoek en analyse.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Uncategorized

“Wij werken niet op basis van toevoeging”

Een interessante gewaarwording is het om te zien dat op een populaire website waar lokale dienstverleners kunnen worden gevonden, enkele advocatenkantoren in het profiel heel nadrukkelijk stellen niet op basis van toevoeging te werken. Een rechtzoekende die dus wel gesubsidieerde rechtsbijstand zoekt, heeft dan dus een advocaat gevonden die niet bij hem past.

Het is een heel duidelijke mismatch. De partijen lijken op het eerste gezicht prima bij elkaar te passen maar er is simpelweg iets dat niet te overbruggen is. Er is helemaal niks mis mee, dat een rechtzoekende gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand nodig heeft. Net zo min als dat er iets mis mee is dat een kantoor niet op basis van toevoeging werkt.

Daarbij zij dan ook nog opgemerkt dat op basis van toevoeging werken voor een advocaat ook betekent dat er een kantoor een relatie met de Raad voor Rechtsbijstand moet aangaan en zich aan de regels die voor gesubsidieerde rechtsbijstand gelden moet conformeren. Het gaat dus om meer dan enkel om de hoogte van het tarief en het bedrag dat voor een zaak kan worden gedeclareerd.

Daardoor komt het er dus op neer dat een rechtzoekende in zo’n geval het kantoor niet had willen vinden en het kantoor had niet door de rechtzoekende gevonden willen worden. Kortom het al dan niet op basis van toevoeging aannemen van zaken is dus een criterium dat voor zowel rechtzoekenden als kantoren belangrijk.

Die behoefte wordt nu dus door een kantoor zelf ingevuld door een mededeling in het profiel op te nemen. Wat als een kantoor dat niet doet, en er door een rechtzoekende contact wordt opgenomen. Dan wordt er tijd van de rechtzoekende verspild door het zoeken van contact en van het kantoor waar contact mee wordt gezocht.

Nu is het werken op basis van toevoeging een absoluut breekpunt in de match tussen een rechtzoekende en een kantoor. Het roept ook de vraag op in hoeverre er verder nog criteria zijn die van belang zijn voor een goede match tussen een rechtzoekende en advocatenkantoor.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Uncategorized

Een advocaat vinden is nog best uitdagend

Wie online een advocaat zoekt kan terecht bij Zoek een advocaat van de Nederlandse Orde van Advocaten. Nu is dat een prima initiatief, waar alle Nederlandse advocaten op gevonden kunnen worden. Het is daarmee een digitale versie van het tableau en in mindere mate geschikt om een zoektocht naar een geschikte advocaat te beginnen.

Wie een advocaat zoekt die op basis van toevoeging werkt, kan terecht op de website voor de Raad voor Rechtsbijstand. Die lijst is naar zijn aard aanzienlijk specifieker. maar gezien het vooral een lijst is met gegevens zoals deze bij de Raad zijn geregistreerd, is het maar de vraag in hoeverre het een goed startpunt is voor een rechtzoekende om een advocaat te vinden.

Er zijn ook verschillende particuliere initiatieven om een rechtzoekende aan een advocaat te koppelen. Het is vooral interessant om te zien hoe er op verschillende websites vooral portretfoto’s van verschillende advocaten zijn die die het meest prominent zijn in de overzichten. In bepaalde gevallen zelfs zonder dat er iets over rechtsgebieden of specialisaties wordt vermeld.

Het roept de vraag op wat de beeltenis van een advocaat zegt over diens kennen en kunnen. Dat is natuurlijk merkwaardig gezien het feit dat er steeds meer sprake is van specialisatie onder juristen. Het zou dan juist in de lijn der verwachtingen zijn dat daar juist de nadruk op zou liggen. Het mag het vinden van een advocaat misschien leuker maken maar helaas niet minder uitdagend.

Gepubliceerd
Gecategoriseerd als Uncategorized

Wikipedia als bron van samenvattingen van jurisprudentie

Het gebruik van Wikipedia als bron werd in het verleden aan universiteiten als doodzonde gezien. Vermoedelijk is dat tot de dag van vandaag nog altijd het geval. Interessant is daarom dat uit een onderzoek uit 2022 blijkt dat rechters in Ierland uitspraken waarover een lemma op Wikipedia bestaat, bovengemiddeld vaak citeren in hun uitspraken.

Er valt ongetwijfeld een hoop op Wikipedia af te dingen, maar feit is dat er wel het nodige is gepubliceerd over rechterlijke uitspraken. Dat is ook in de Nederlandse taalvariant het geval. Nu mag een medewerker of een student aan een universiteit toegang hebben tot elk denkbaar juridisch tijdschrift. Dat is niet voor elke jurist het geval.

Wikipedia is daarom al snel een fijn toevluchtsoord om snel een samenvatting te vinden van een bepaalde uitspraak. Wie niet vertrouwt op de kwaliteit van een lemma, kan de bronuitspraak er zelf alsnog nalezen. Daarnaast kan iemand die een fout constateert ook een wijziging van een lemma aandragen. Daarmee is er ook meteen sprake van enige kwaliteitsborging.

Een overzicht van de Nederlandse jurisprudentie met zo’n 400 uitspraken is hier te vinden op Wikipedia. Daarnaast is er ook nog een overzicht met zo’n 90 uitspraken van Europese rechters te vinden op deze pagina.

Ontspannen zoeken naar juridische informatie is er niet bij met Google

Als er één manier is om makkelijk juridische informatie te zoeken, dan is dat wel door gebruik te maken van Google. Dat dit niet zonder risico is, bleek zelfs tijdens het doen van research voor dit artikel. Google stuurt iemand die zoekt immers naar wat gevonden is toe, maar het is ook maar de vraag of dat het gewenste resultaat is.

De lakmoesproef voor dit artikel, was het zoeken naar het op 1 januari 2022 ingrijpend gewijzigde artikel 2:20 BW. Dat had daarvoor drie leden, en heeft thans zes nieuwe leden met een andere inhoud. Het enige dat behouden is het onderwerp dat het bewuste artikel regelt.

Na het zoeken met Google naar de zoekterm: “artikel 2:20 bw” volgt het volgende zoekresultaat. Het eerste zoekresultaat lijkt op het eerste gezicht precies te beantwoorden aan naar hetgeen is gezocht. Wanneer er iets beter wordt gekeken dan valt er iets aan op.

Het eerste zoekresultaat, dat naar wetten.overheid.nl verwijst, is natuurlijk een bron, die veilig en vertrouwd is. Daar is weinig tegenin te brengen. Wanneer echter naar het concrete zoekresultaat wordt gekeken. Of om het meer juridisch te zeggen, gekeken wordt naar alle omstandigheden van het concrete geval. Dan valt de datum “1 januari 2013” voor de beschrijving op.

Wanneer er ook daadwerkelijk op wordt geklikt, dan valt in de url die wordt bezocht de waarde 2013-01-01 bevat en ook op de pagina zelf staat te lezen: “Geraadpleegd op 03-11-2023.
Geldend van 01-01-2013 t/m 30-06-2013”. Het gaat dus niet om de tekst van de wet die nu geldt, maar een versie uit 2013. Een expliciete waarschuwing dat dit het geval is, staat er niet bij noch is er een link die naar de op dit moment geldende versie verwijst.

Het tweede zoekresultaat in Google, verwijst naar een particulier initiatief. Heel prettig is dat enkel artikel 2:20 BW wordt getoond en niet het volledige tweede boek, van het burgerlijk wetboek. In een blokje met metadata boven het artikel staat: “Geldigheidsdatum: 28 oktober 2023 Ingangsdatum:1 juli 2017”.

Dit is toch bijzonder interessant. Artikel 2:20 BW is immers sinds 1 januari 2022 ingrijpend gewijzigd. Die datum ligt toch echt tussen 1 juli 2017 en 28 oktober 2023 in. Dat roept de vraag op, hoe dat toch mogelijk is? Wanneer er naar de inhoud van het getoonde artikel 2:20 BW wordt gekeken, dan valt op dat dit niet de inhoud bevat, zoals deze sinds 1 januari 2022 luidt.

Het derde resultaat dat wordt gevonden met Google bevat wel de sinds 1 januari 2022 geldende versie van artikel 2:20 BW. Nu is het natuurlijk héél fijn dat met één klik uiteindelijk de juiste versie van het artikel gevonden kan worden. Het probleem is echter wel dat dit alleen voorshands duidelijk is, wanneer men al weet wat de inhoud van het wetsartikel thans is.

Het zoeken naar juridische informatie met Google mag dan héél makkelijk zijn. Het zomaar aanklikken van gevonden resultaten in Google en er vervolgens op vertrouwen dat het gewenste resultaat is gevonden, dat is er niet bij. Zoals het uit het voorgaande blijkt, kan dat wel doen, neerkomen op het spelen van Russische roulette.

Thesauri maken juridische informatie eenvoudiger vindbaar

De meest simpele manier om juridische informatie te vinden is door te zoeken op een bepaald trefwoord. Het is echter ook mogelijk om informatie in te delen op basis van specifieke metadata. Een handig hulpmiddel hierbij is het gebruik van een thesaurus. In dit artikel worden er vier beschreven.

Door het ministerie van justitie en veiligheid (meer specifiek het WODC) is de justitiethesaurus vastgesteld. Die thesaurus functioneert als standaard trefwoordenclassificatie voor het toegankelijk maken en terugvinden van Justitiële informatie in catalogi en documentatiebestanden en Justitiewebsites. De thesaurus is vrij beschikbaar als open data.

Ook de Politieacademie heeft een eigen Thesaurus Politiekunde vastgesteld. Die thesaurus wordt gebruikt in de catalogus van de eigen mediatheek en een kennisplatform. De inhoud van de thesaurus is online vrij raadpleegbaar. Daarnaast is deze ook voor derden beschikbaar, onder welke voorwaarden wordt op verzoek medegedeeld.

De Europese Unie heeft de EuroVoc thesaurus vastgesteld. Dit is een meertalige en multidisciplinaire thesaurus. Het bevat in alle talen die in de EU gelden trefwoorden op 21 domeinen en 127 subdomeinen. Het wordt gebruikt voor classificaties in EUR-Lex:

U kunt dus aan de hand van die domeinen en subdomeinen bladeren in de EU-wetgeving en andere EU-documenten (richtlijnen, verordeningen, besluiten, ontwerpen, internationale overeenkomsten, mededelingen over jurisprudentie, parlementaire vragen enz.).

De EuroVoc thesaurus is online vrij raadpleegbaar en ook als open data vrij beschikbaar voor een ieder die er gebruik van wenst te maken.

De Nederlandse Fiscale Leerstukken Taxonomie (NFLT) is een taxonomie die zoals de naam al doet vermoeden fiscale leerstukken classificeert. Ondanks dat de naam anders doet vermoeden, merkt de organisatie die de NFLT beheert zelf op dat hun product ook de eigenschappen van een thesaurus heeft. Inhoudelijk stelt de organisatie erover:

De NFLT is – simpel gezegd – een verzameling van trefwoorden (en synoniemen) die in het fiscale domein gebruikt worden en waaraan wet- en regelgeving is gekoppeld. De taxonomie is opgebouwd vanuit het perspectief van de gebruiker/fiscalist. De manier waarop een fiscalist zijn informatie zoekt en de begrippen die hij daarbij hanteert, zijn bepalend voor deze taxonomie. De taxonomie is zo veel mogelijk hiërarchisch opgebouwd, maar volgt daarbij niet altijd strikt het principe van broader term of narrower term.

De NFLT wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. De laatst vastgestelde versie is 2023. Al blijkt uit de notulen van NFLT-raad “de wens te komen tot een hogere (agile) update frequentie”. De NFLT is als open data vrij beschikbaar.

De hoogste concernrelaties van een organisatie achterhalen

Juridisch gezien kan het belangrijk zijn om te weten wie de uiteindelijk aandeelhouders van een organisatie zijn. Het handelsregister van de Kamer van Koophandel biedt hiervoor uitsluitsel met het productie concernrelaties.

Helaas zijn de producten van de Kamer van Koophandel in de meeste gevallen betaalde prestaties. Waar het om de hoogste concernrelaties van een organisatie gaat, zijn deze in veel gevallen toch te achterhalen, zonder dat daarvoor hoeft te worden betaald.

Dat werkt via de volgende manier. Het is allereerst belangrijk om in het handelsregister zelf te zoeken. Dat kan via deze link. De Kamer van Koophandel biedt ook een bredere zoekfunctie waarmee ook in het handelsregister kan worden gezocht, maar daarmee valt het gewenste resultaat niet te bereiken.

Wanneer de organisatie in kwestie is gevonden, is de volgende stap om de vermelding aan te klikken. Hierna is het vervolgens belangrijk om de hoofdvestiging te selecteren, in het geval dat er een nevenvestiging is geselecteerd.

Op de vermelding van de organisatie staat onder “Kies een product”, uiteraard voor zover deze beschikbaar zijn, de optie: “Concernrelaties: overzicht van de structuur van het concern”, genoemd. Hierop klikken voert naar een pagina met een overzicht met de concernrelaties die besteld kunnen worden.

Het mooiste aan dit overzicht is, dat naast de directe concernrelaties van een organisatie, ook een overzicht met het totale concern van de hoogste concernrelaties kan worden besteld. Daarbij zijn de namen van de bewuste hoogste concernrelaties ook zal zichtbaar.

Op deze manier zijn de hoogste concernrelaties van een organisatie via de Kamer van Koophandel te achterhalen. Het is daarbij niet noodzakelijk om een product aan te schaffen.