Bronnen over de hoogte van strafvordering en straftoemeting

Wie als fietser een rood verkeerslicht negeert en toch doorfietst, zal wanneer er door een opsporingsambtenaar proces-verbaal van het feit wordt opgemaakt, vervolgens een administratieve sanctie in de vorm van een boete van 110 euro plus administratiekosten krijgen.

Dit feit blijkt uit de bijlage bij artikel 2, eerste lid WAHV (ook meer informeel bekend als de Wet Mulder). Het is alleen wat omslachtig om de wet te openen, dan vast te stellen dat een fietser categorie 4 valt en het feitcode R 602 betreft. Een snellere en meer prettige manier om hetzelfde vast te stellen, is gebruikmaken van de boetebase van het Openbaar Ministerie.

Voor delicten die via strafvorderlijke weg worden gehandhaafd, via strafbeschikkingen en dagvaardingen die bij de strafrechter worden aangebracht, heeft het College van procureurs-generaal een reeks richtlijnen voor strafvordering vastgesteld ex artikel 130, lid 6 Wet RO.

Waar het gaat om de straftoemeting door strafrechters zijn er ook richtlijnen vastgesteld door het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht). De straftoemeting voor een aantal veelvoorkomende delicten zijn in de zogeheten Oriƫntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken gestandaardiseerd, in het document zelf wordt over de status ervan gesteld:

Oriƫntatiepunten vormen een vertrekpunt van denken over de op te leggen straf. Zij bieden de rechter een handvat en de mogelijkheid om bij de straftoemeting te wijzen op een landelijke praktijk. De oriƫntatiepunten binden de rechter niet. Hij is in individuele gevallen verantwoordelijk om een passende straf te bepalen en op te leggen.

Naast het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak zijn er natuurlijk ook nog talloze bestuursorganen die richtlijnen (veelal in de vorm van beleidsregels) voor door hen op te leggen bestuursrechtelijke sancties hebben vastgesteld. Daarover meer in een volgend artikel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *